Eerst moet je de pasta koken. Vul een grote pan met 4 cm water en voeg 2 eetlepels zout toe en breng het aan de kook.
Maak de champignons schoon, was ze en snijd ze in kleine reepjes.
Kook de pasta beetgaar (zodat hij een stevige structuur krijgt).
Pak een koekenpan, voeg de olijfolie toe en fruit de knoflook tot hij geurig maar niet verbrand is.
Voeg nu de champignons toe en fruit ze tot ze geslonken en goed gaar zijn, maar niet verbrand. Ze moeten bruin worden en kleiner worden.
Doe de boter in de pan en laat het smelten terwijl je de champignons roert.
Voeg de sojasaus toe, roer en voeg ongeveer 3 of 4 eetlepels pastawater toe. Dit maakt de saus zetmeelrijk en dik.
Giet de pasta af en doe deze in de pan. Meng alle ingrediënten door elkaar. Voeg meer pastawater toe tot de saus vloeibaar is en niet dik aanvoelt.
Serveer warm en garneer met wat peterselie.