• Doe 1/4 kopje katsuobushi in een kom en maal het tot een fijn poeder. 
• Snijd de lente-uitjes in dunne ringen en hak 1 eetlepel ingelegde gember fijn. 
• Snijd de kabeljauw in kleine stukjes. Als ze goed gaar zijn, vallen ze uiteen in mooie vlokken.

Dashi beslag

• (Als je je dashi-beslag niet helemaal zelf wilt maken, kun je takoyaki-mix vinden in de meeste Japanse supermarkten en online)
• Voeg 1 kopje bloem, 2 tl bakpoeder en 1/2 tl zout toe aan een mengkom en klop tot gecombineerd.
• Voeg 1 theelepel sojasaus, 1 1/2 kopjes dashi en 2 grote eieren toe aan het droge mengsel. 
• Klop tot alles gemengd is en doe het in een kan met handvat en schenktuitje. 

Takoyaki

• Verhit een takoyaki-pan op middelhoog vuur tot 400 graden Fahrenheit. Gebruik een borstel om de pan royaal met olie in te smeren, en zorg ervoor dat u de gaten en vlakke delen invet.
• Giet het beslag in de gaatjes als de pan begint te roken. Maakt u zich geen zorgen als het een beetje overloopt. 
• Voeg een paar stukjes vis toe aan elk gat en strooi het gemalen poeder katsuobushi erover. 
• Bestrooi met tenkasu, ingelegde gember en groene ui.
• Na 3 minuten zal de onderkant van de dumplings iets hard worden. Breek het beslag tussen elke bal met een spies, draai ze vervolgens 90 graden en duw de randen naar binnen terwijl je ze draait. Het beslag zal van binnenuit naar buiten stromen en de andere kant van de bal vormen.
• Zet een timer op 4 minuten en blijf constant draaien. 
• Leg de takoyaki-balletjes op een schaal en serveer met takoyakisaus en Japanse mayonaise. Bestrooi met katsuobushi en gedroogd zeewier. 
• Serveer onmiddellijk.